Dutch conference proceeding
Theunissen,
N.C.M., Vogels, A.G.C., Verrips, G.H., Koopman, H.M., Kamphuis, R.P., Zoelen,
C.W.M., Fekkes, M., Verloove-Vanhorick, S.P., & Wit, J.M. (1996). Het
proxy probleem: de kijk van ouders en kinderen op de gezondheidsgerelateerde
kwaliteit van leven van het kind. Samenvattingen 18de Congres Veldhoven,
6-8 november, Ned.Tijdschrift Geneeskd,Suppl.1,89-90.
Abstract
Doel:
bestuderen van de overeenstemming tussen kind en ouder in hun kijk op
de Gezondheids-gerelateerde Kwaliteit van Leven (GKVL) van het kind. Hiervoor
zijn de data gebruikt van een normale populatie waarbij de TACQOL is afgenomen.
Dit is een goed gevalideerde GKVL lijst met ouder en kind versie. De instrumenten
definiëren GKVL als de affectieve evaluatie van de gezondheidstoestand.
De lijsten bestaan uit vijf 8-item schalen gebaseerd op de gezondheidstoestand
(fysieke klachten, motoriek, zelfstandigheid, cognitief en sociaal functioneren).
Indien een gezondheidsprobleem wordt aangegeven volgt een vraag over de
emotionele reactie daarop. Daarnaast is er een lijst over emoties van
het kind in het algemeen. De TACQOL werd aangevuld met een demografische
lijst waarin ook werd gevraagd naar eventuele chronische ziekte.
Twaalf GG/GDs verspreid over Nederland trokken ieder een steekproef
van 210 kinderen van 6 t/m 11 jaar (gelijk verdeeld over de seksen en
over de drie opeenvolgende leeftijdsgroepen). Ouders van leeftijdsgroep
8 - 11 jaar ontvingen zowel ouder als kindvragenlijst en zijn daarmee
doelgroep voor deze studie. De respons (na een rappel) is op dit moment
68% (n=1152).
De kernvragen:
1. Is proxy via ouders een adequaat alternatief voor de zelfrapportage
van kinderen?
2. Wat is de invloed van chronische ziek zijn op de visie van ouder over
kind?
Resultaten:
(1) De correlaties tussen ouder en kindvragenlijst op de vijf schalen
over gezondheidstoestand en de emotie schalen zijn allen significant maar
bescheiden (r=.45 t/m .61). Er is dus enige discrepantie tussen ouder
en kind. Uit T-toetsen blijkt dat de kinderen gemiddeld meer problemen
scoren dan de ouders op de schalen fysieke klachten, motoriek en zelfstandigheid
(p<.05). Bovendien overschatten de ouders de positieve emoties van
het kind. Wat betreft cognitie, sociaal gedrag en negatieve emoties zijn
de groepsgemiddelde van ouders en kind gelijk.
(2) De correlaties tussen ouders en hun kind met een chronische ziekte
zijn iets hoger (r=.41 t/m .65) dan voor ouders en hun kind zonder chronische
ziekte (r=.39 t/m .58).
Concluderend: Ouders hebben inzicht in de kijk op GKVL van hun kinderen,
alhoewel er enige discrepantie is tussen ouder en kind op individueel
nivo. Bovendien schatten de ouders op groepsnivo de GKVL bij de helft
van de schalen hoger in dan de kinderen. Ouders van kinderen met een chronische
ziekte schatten op individueel nivo de GKVL van het kind beter in.
Debat is gewenst over het volgende: Wiens visie op de GKVL van het kind
volgt men onder welke omstandigheden, die van ouder of die van het kind?
Keywords
health related quality of life; health
status; proxy; child report; parent report;